Gebruik van schudcubator in de biologische celkweek

Biologische cultuur is verdeeld in statische cultuur en schudcultuur. Schudcultuur, ook bekend als suspensiekweek, is een kweekmethode waarbij microbiële cellen worden geïnoculeerd in vloeibaar medium en op een schudder of oscillator worden geplaatst voor constante oscillatie. Het wordt veel gebruikt in stamscreening en microbiële expansiekweek en is een veelgebruikte kweekmethode in microbiële fysiologie, biochemie, gisting en andere onderzoek naar het onderzoek van het levenswetenschap. Schudkweek is niet geschikt voor de kweek van stoffen die vluchtige chemische oplosmiddelen bevatten, lage concentratie explosieve gassen en lage ontvluchtbaarheid gassen en giftige stoffen.

Wat is het verschil tussen statische en trillende culturen?

CO2 -incubator simuleert een geschikte kweekomgeving voor celkweek, waaronder temperatuur, CO2 -concentratie en vochtigheid en andere externe omstandigheden. Als stamcellen worden gekweekt onder statische omstandigheden, hechten de cellen zich aan de onderste wand van de kolf en wordt een concentratiegradiënt van opgeloste zuurstof en voedingsstoffen gevormd. Suspensiecellen in milde schudkweekomstandigheden elimineren echter de concentratiegradiënt en verhogen de concentratie van opgeloste zuurstof, wat gunstiger is voor groei. In bacteriële en celculturen verbetert schudcultuur het contact met mediacomponenten en zuurstoftoevoer, vooral voor schimmels, zonder de vorming van hyfen of clusters. Mycobacteria verkregen uit de statische cultuur van schimmels kan duidelijk worden gezien, is een mycelium, de morfologie en de groei van de plaat in de staat van soortgelijke soortgelijke; en schudcultuur verkregen door de bacterie is bolvormig, dat wil zeggen mycelium geaggregeerd in een cluster. Daarom is in de microbiële industrie met hetzelfde effect van trillingscultuur de roerende cultuur veel gebruikt. De roterende cultuurmethode in de weefselcultuur is ook een soort trillende cultuur.

De rol van het schudden van cultuur:

1. Massaoverdracht, het substraat of metaboliet overdragen betere overdracht en spelen een rol in het systeem.

2. Opgeloste zuurstof, in het aerobe kweekproces wordt de lucht open gefilterd, dus door de oscillatie kan meer luchtzuurstof opgelost maken in het kweekmedium.

3. Systeemhomogeniteit, bevorderlijk voor de bemonstering en bepaling van verschillende parameters.